Hoe weet je nou of iets gaat lukken, zonder dat je het probeert? Dit is een vraag die ik vaak stel. Aan mijzelf en ook aan anderen.
Voor mij is het simpel: van nieuwe dingen proberen krijg je energie, toch?
Toch merk ik vaak dat het voor veel mensen niet vanzelfsprekend is om te experimenteren en te onderzoeken hoe ze hun werkwijze of routines kunnen verbeteren.
In dit artikel vertel ik je graag waarom het geweldig is om te experimenteren, inclusief 4 redenen om te starten met experimenteren.
Om me heen zie ik vaak dat er wordt gedacht in goed en fout, wel of niet haalbaar, wel of niet realistisch.
Kortom: heel veel mensen zijn constant op zoek naar redenen om iets juist niet te doen. Ze lijken te denken: als er geen zekerheid is over de uitkomst, maar je weet wel zeker dat het energie kost, waarom zou je er dan aan beginnen?
Het zal te maken hebben met de weerstand die verandering traditioneel oproept. Het voelt veiliger om alles te houden zoals het is.
En dus gaan de hakken in het zand. Het afgelopen jaar hoorde ik meerdere keren: “Haha succes, zoiets is al eens geprobeerd”.
Of: “Ik brand mijn vingers daar niet aan, dat gaat hier nooit werken”.
Die afwerende houding is op zich best te begrijpen. Wij mensen zijn nu eenmaal gewoontedieren.
Daarnaast: niemand wil falen, toch?
Maar juist als iets niet lekker loopt of je weet gewoon dat het beter, soepeler of met mooiere resultaten kan, dan is experimenteren een heel mooie manier om te starten met verbeteren.
Ook al weet je vooraf niet wat het resultaat wordt, je steekt er altijd iets van op.
Maar wat houdt experimenteren dan in?
Voor mij is experimenteren een laagdrempelige manier om iets nieuws of een andere methode uit te proberen, om zo de praktijk waarin je leeft of werkt te verbeteren.
Zelf vind ik experimenteren ontzettend belangrijk. Ik beleef er veel plezier aan én behaal er resultaten mee die veel voldoening geven. Ga maar na:
1. Experimenteren is laagdrempelig
Er is altijd wel iets dat je kunt toevoegen of aanpassen om te zien hoe het uitpakt. Het is zo gepiept, terwijl ook kleine baby-stapjes vooruit kunnen zorgen voor grootse resultaten op de lange termijn.
2. Experimenteren maakt de tongen los
Wanneer je iets wilt proberen of bespreken, wakker je discussie aan. Misschien stuit je wel op een taboe – nog beter! Door iets aan te passen of toe te voegen, ontstaan altijd goede gesprekken. Hier kun je super veel leerzame informatie uit halen!
3. Experimenteren creëert momentum
Voor alles is een goed moment. Dat iets eerder niet werkte, wil niet zeggen dat het nu niet alsnog wél effectief kan zijn. Door te experimenteren, breng je ontwikkeling op gang. En als iets in beweging is, kun je het ook makkelijker bijsturen.
4. Experimenteren = plezier maken
Wanneer je iets nieuws probeert, ga je nooit achteruit. Elk experiment maakt je wijzer. En als je dat in je achterhoofd houdt, dan kun je ermee spelen. Met veel plezier zoeken naar mooie experimenten.
Experimenteren helpt om uit oude patronen te komen, op een laagdrempelige en leuke manier.
Laat je daarbij niet afschrikken door de vragen die gesteld worden. Vaak weet je zelf het antwoord ook niet – en dat is niet erg.
Juist door het wel te proberen, komen de antwoorden vanzelf.
Dit is wat experimenteren is: niet alleen maar praten over wat er niet helemaal goed gaat, maar in actie komen. Gewoon, hup, doen.
Dit maakt van experimenteren een belangrijke bouwsteen als je wilt blijven leren. Steeds een stapje verder wilt komen.
Wat de uiteindelijke impact van een idee of een toevoeging is, kun je vooraf niet weten. Er is maar één manier om erachter te komen: gaan!
Ik zou zeggen: probeer het eens. Have fun!